Inleiding

Het boek van Gabriel Wyner, De Taalhacker, (ISBN 9789491845383) heeft als ondertitel De beste en snelste manier om een taal te leren…

Dat proberen we nu uit…. Ans Drubbel voor het Slowaaks en ik voor het Italiaans. Onze bedoeling is de werkwijze te toetsen en  hieruit suggesties te doen voor uw lespraktijk: lessen Nederlands voor anderstaligen.

De auteur geeft een hele verhandeling over het geheugen en heeft zijn werkwijze hierop afgestemd.
Voordat we beginnen, even zijn principes op een rijtje..:
1. Herinneringen memorabel maken: dit bestaat uit vier niveaus
1.1 structuur – het woord of zin zien –
1.2 klank
1.3 begrip of concept
1.4 persoonlijke associatie
BELANGRIJK| nieuwe woorden of zinnen komen pas terecht in je langetermijngeheugen als je deze op al deze vier niveaus je hebt eigen gemaakt…. (daarom beklijft uit het hoofd leren niet…)

2. Zo lui mogelijk zijn.
3. Onthouden is niet hetzelfde als van buiten leren
4. Wacht, niet voorzeggen!
5. Het verleden herschrijven

Zijn werkwijze:
1. Begin met de uitspraak – klopt helemaal met wat ons uitgangspunt is…
2. Niet vertalen – vind ik (jc) moeilijk maar ik zal het proberen…
3. Gebruik maken van een-wat ik JC voorlopig noem – een hink-stap-sprong -manier.
Dat is een spaced repetition system… leg ik later uit.

Maar voordat we beginnen moet je e.e.a. aanschaffen.
– een goed lesboek  liefst met cd’s.(leuk zoals Wyner zegt, dat iemand hier vaak jaren aan heeft gewerkt en dat jij dat dan kunt kopen voor soms minder dan 20 euro- in mijn geval heb ik jaren af en aan gewerkt aan De bovenkamer, Woorden in prenten en Zien is snappen…)
– oefenmateriaal
– opzoekgrammatica . Niet om bladzijde na bladzijde  te leren maar als referentie..
– een tweetalig woordenboek
– een eentalig woordenboek
– en straks een kaartenbak met kaartjes  voor het hinkstapsprong leren..

Ik zal later hier een foto inzetten van mijn boeken die ik heb aangeschaft voor het Italiaans…

Wat betekent dit voor de leerkracht  Nederlands voor anderstaligen en voor de anderstalige leerling.?

Ik richt me voorlopig even op de leeftijdsgroep 4-12 jaar. Maar sommige dingen zijn ook voor oudere leerlingen te gebruiken en / of voor de docent die aan deze laatste groep lesgeeft.

– een goed lesboek met cd’s waarin je de gesproken taal hoort? Dat zijn natuurlijk de praatboeken  van Van horen en zeggen met de cd’s! En/of de cd’s en computergebruik bij Horen zien en schrijven.
– oefenmateriaal. Dat is er in overvloed. Let op: de nadruk bij de werkboeken van Van  horen en zeggen ligt op het mondeling taalgebruik. Je hoeft niet te kunnen lezen, terwijl de werkboeken van Horen zien en schrijven  wel vereisen dat je kunt lezen in het Nederlands, hoewel je e.e.a. misschien ook wel zonder het schriftbeeld kunt gebruiken.

– opzoekgrammatica. Ook dat spreekt voor zich…De bovenkamer natuurlijk!

– tweetalige woordenboeken. Die zijn er. Hiervoor dient u op internet te kijken.

Maar waar ik voor mijn Italiaans zowel een fysiek woordenboek gebruik gebruik ik ook internet.  Gewoon de twee talen intoetsen en u vindt het woord of zin MET de uitspraak. Let er wel op. Een echt woordenboek is preciezer maar voor in de klas ideaal denk ik. Ik  tik in ‘ Italiaans Nederlands Woordenboek’ en ik kan  het woord dat ik wil weten invoeren. Hoewel dit haaks staat op het principe niet vertalen…  Maar ja.

– eentalige woordenboeken. In ieder geval het Beeldwoordenboek van Noordhoff. En verder de Van Dale junior woordenboeken.
En voor de oudere Nt2-leerder het Van Dale woordenboek Nt2.

– Een WAT-en-HOE-boekje. Heel handig voor in de klas. Het bestaat voor verschillenden talen en dit kunt u goed gebruiken als leerkracht voor gesprekken met anderstalige leerlingen die nauwelijks Nederlands spreken.

– Zie  voor overige materialen de websites van Intertaal en Coutinho; de inleiding bij de lessen voor nieuwkomers op mijn site; de lowansite, en een artikel over allerlei materialen in het tijdschrift voor remedial teacher. Dat neem ik binnnekort hier op deze website op.

Tot zover de eerste taalhacker.