“Iedere leerkracht houdt van prentenboeken voorlezen in de klas. Zo wilde ik mijn geliefd prentenboek Welterusten Kleine Beer voorlezen aan mijn groep anderstalige leerlingen, maar ik wist al dat dat zonder meer niet zou gaan. Mijn ervaring met het voorlezen van een prentenboek was, dat de kinderen eerst wel even geboeid naar de plaatjes zouden kijken, maar na enige tijd zouden ze onrustig worden. Om de hele tijd te luisteren naar iets dat ze niet verstaan, leidt meestal tot veel onrust in de groep. Soms liepen de jongens te dollen en te rennen door de klas, terwijl ik nog aan het voorlezen was. Kortom, veel van de literaire tekst ontgaat deze kinderen.”
(citaat van een leerkracht groep een/twee)
Hoe komt dat nu?
Om globaal een verhaal te verstaan en te begrijpen, dient een kind 90 percent van de woorden uit dit verhaal al te kennen. Dat beheerst een anderstalig kind meestal niet. Wat nu te doen?
Na een introductie van het boek en eventueel van het verhaal in de eigen taal van de kinderen (door een tweetalige collega of door een ouder) biedt u eerst vijf woordenschatlessen aan, waarin u het kind actief de Nederlandse basiswoordenschat van het prentenboek leert en een vereenvoudigde tekst leert verstaan.
Pas daarna begint u met het voorlezen van de oorspronkelijke, literaire tekst van het prentenboek. Zo bereikt u 90% tekstdekking van het verhaal, waardoor ook het anderstalige kind het verhaal redelijkerwijs kan volgen én waarin het tegelijkertijd meer Nederlandse woorden leert.
Hoe komt u aan die vijf woordenschatlessen?
Met de uitgave Prentenboeken en het Nt2-onderwijs, Materialen Anderstaligen Pabo, Amsterdam/ Utrecht 2008, 4e herziene druk, hebben Josée Coenen en Marion Nout een lesprogramma gemaakt: studentenhandleiding, docentenhandleiding, dvd en een cd-rom.
Met dit studiepakket kan elke leerkracht van de basisschool en elke student van de Pabo zijn/ haar eigen geliefd prentenboek leren herschrijven tot een tekst van 75 tot 80 woorden. Op de cd-rom staat een programma waarmee de student/leerkracht het prentenboek leert beschrijven; woorden leert indelen; manieren van aanbieden invult en een sjabloon van te geven lessen gebruikt voor zijn/ haar lessen.
De woorden worden dan in één week, in vijf lessen van een half uur onderwezen. De studenten en leerkrachten gebruiken allerlei materiaal rond het prentenboek -ansichtkaarten, kleine boekjes, speelgoed, het prentenboek in verschillende talen- en ze maken allerlei materiaal bij het prentenboek voor op een verteltafel. Op deze wijze maakt de leerkracht de lessen zo levendig en aantrekkelijk mogelijk en kunnen kinderen ook zelfstandig aan het werk. Na de vijf lessen beheersen de kinderen deze woorden, en soms allerlei zinnen, actief. Hierdoor kunnen prentenboeken een flinke bijdrage leveren aan de Nederlandse woordenschatontwikkeling van anderstalige kinderen.
(Op een jaarbasis van 40 boeken met gemiddeld 75 woorden, met natuurlijk een overlap in functiewoorden, ongeveer 2200 woorden!)…
Bestellen
Oktober 2016: De DVD is niet meer te bestellen; van de studentenhandleiding is een PDF-bestand gemaakt. Dit kunt u via contact bij mij bestellen. Dan krijgt u het via wetransfer.com. Het bestand is te groot om op deze website te zetten.
We zijn bezig om de cd-rom op deze website te zetten. Op deze wijze kunt u in ieder geval een prentenboek zelf leren bewerken. Let op: de cd-rom is gemaakt voor oudere versies van Windows, maar we geven een aanpassing aan.
Belangstellenden voor de docentenhandleiding kunnen mij via contact bereiken.