Wat?

De eerdere uitgave  deel 1 en deel 2  met in totaal tien prentenboeken is vervangen door één nieuwe uitgave met vijf  bewerkte teksten van  vijf bekende prentenboeken, met per prentenboek vijf uitgewerkte  woordenschatlessen. In totaal dus 25 lessen. Hiermee  breiden anderstalige leerlingen hun Nederlandse woordenschat uit  met gemiddeld 75-tot 80 woorden  per prentenboek. Woorden in prenten  is een handleiding voor de leerkrachten. De gesproken teksten van de vereenvoudigde versie  en allerlei lijsten en overzichten van onder meer de aan te leren woorden, een voorbeeld lesrooster, evaluatieformulieren en voorbeeldtekeningen zijn via de webwinkel van Bazalt verkrijgbaar.

De woordenschatlessen bevatten:

  • concrete aanwijzingen voor het aanleren van de woorden;
  • concrete aanwijzingen voor het oefenen van de woorden, ook met coöperatieve werkvormen;
  • creatieve verwerkingsvormen voor onder meer handenarbeid- en tekenlessen.

In totaal kunt u zo de leerlingen 375 woorden in vijf  weken aanleren, op een plezierige en natuurlijke wijze.

Doel

Op een plezierige manier het leren van 75-80 woorden uit een prentenboek per week (totaal vijf prentenboeken) voorafgaand aan het voorlezen van de oorspronkelijke teksten van de prentenboeken aan de hele, al dan niet gemengde, groep Nederlandstalige en anderstalige leerlingen.

Welke prentenboeken hebben we bewerkt?

  1. Rupsje Nooitgenoeg, Carle, Eric, Gottmer, Haarlem, 1989.
  2. Wil je mijn vriendje zijn?, Carle, Eric Gottmer, Haarlem, 1990.
  3. Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft, Holzwarth, Werner en Wolf Erlbruch, De Vries en Brouwers, Antwerpen, 1991.
  4. Welterusten, Kleine Beer, Waddell, Martin en Barbara Firth, Lemniscaat, Rotterdam, 1988.
  5. Max en de maximonsters, Sendak, Maurice, Lemniscaat, Rotterdam, 1968.

Waarom?

Ieder kind houdt van prentenboeken, ook de anderstalige kinderen … Alleen spreken veel anderstalige leerlingen die in groep een komen, geen of weinig Nederlands. Terwijl ze veel Nederlands nodig hebben om het onderwijs te volgen. Prentenboeken kunnen op een natuurlijke, plezierige manier bijdragen aan het uitbreiden van de Nederlandse woordenschat, omdat immers veel woorden in prentenboeken afgebeeld zijn.

Als de leerkracht de oorspronkelijke tekst van een prentenboek voorleest, verstaat een anderstalig kind meestal niet wat er verteld wordt. Onderzoek heeft laten zien dat een kind 90 % van de woorden uit een tekst of een verhaal moet kennen om tot een globaal begrip te komen. Die 90% van de Nederlandse woorden beheerst een anderstalig kind meestal niet. Om wel tot dit begrip te komen, dient er vooraf aan het voorlezen of vertellen van een prentenboek eerst woordenschatlessen Nederlands te worden gegeven, en, nog liever, eerst het hele verhaal in de eigen taal te worden voorgelezen.

De oorspronkelijke teksten van de prentenboeken hebben we herschreven tot een vereenvoudigde tekst van 75-80 woorden. Deze woorden leren we eerst aan. In vijf lessen onderwijzen we dan 15 woorden per les. Dan hebben we 100% tekstdekking van de vereenvoudigde tekst en ongeveer 90% van de oorspronkelijke tekst.

Pas als de woorden zijn aangeleerd, leest de aankomende leerkracht de oorspronkelijke tekst voor, bij voorbeeld aan gemengde groepen. De anderstalige leerlingen verstaan en begrijpen nu veel meer van de oorspronkelijke versie dan wanneer ze deze woordenschatlessen niet hadden gehad. En hun Nederlandse –actieve en passieve- woordenschat is aanmerkelijk uitgebreid… en op een plezierige, natuurlijke manier.

Achtergrond

Deze uitgave komt voort uit de uitgave Prentenboeken en het Nt2-onderwijs, Materialen Anderstaligen Pabo, Amsterdam/ Utrecht, 2008 vierde herziene druk.

Auteurs

Josée Coenen en Marion Nout (tot voor kort docent opleider Nederlands/Nt2 aan de Hogeschool Amsterdam, Montessori-opleiding): keuze prentenboeken en algemene opzet.
Marije Heijdenrijk (onder meer trainer Coöperatieve leerstrategieën Bazalt teVlissingen): verwerkingsoefeningen (coöperatief leren).
Rita Noordermeer (tot voor kort docent beeldende vakken Hogeschool Utrecht) voor de beschrijving van de uiterlijke vorm en de tekentechnieken; verwerkingsoefeningen.

Hoe te gebruiken?

De prentenboeken sluiten aan bij thema’s die gangbaar zijn in groep een, groep twee en eventueel groep drie.

Bestellen

Bestel een exemplaar van Woorden in prenten à 57,00 euro per stuk.